SV | Toen zeide Juda tot zijn broeder Simeon: Trek met mij op in mijn lot, en laat ons tegen de Kanaanieten krijgen, zo zal ik ook met u optrekken in uw lot. Alzo toog Simeon op met hem. |
WLC | וַיֹּ֣אמֶר יְהוּדָה֩ לְשִׁמְעֹ֨ון אָחִ֜יו עֲלֵ֧ה אִתִּ֣י בְגֹורָלִ֗י וְנִֽלָּחֲמָה֙ בַּֽכְּנַעֲנִ֔י וְהָלַכְתִּ֧י גַם־אֲנִ֛י אִתְּךָ֖ בְּגֹורָלֶ֑ךָ וַיֵּ֥לֶךְ אִתֹּ֖ו שִׁמְעֹֽון׃ |
Trans. | wayyō’mer yəhûḏâ ləšimə‘wōn ’āḥîw ‘ălēh ’itî ḇəḡwōrālî wənillāḥămâ bakəna‘ănî wəhālaḵətî ḡam-’ănî ’itəḵā bəḡwōrāleḵā wayyēleḵə ’itwō šimə‘wōn: |
Toen zeide Juda tot zijn broeder Simeon: Trek met mij op in mijn lot, en laat ons tegen de Kanaänieten krijgen, zo zal ik ook met u optrekken in uw lot. Alzo toog Simeon op met hem.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide Juda tot zijn broeder Simeon: Trek met mij op in mijn lot, en laat ons tegen de Kanaanieten krijgen, zo zal ik ook met u optrekken in uw lot. Alzo toog Simeon op met hem.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!